medicalcorner / fysiotherapie

Beleidsplan van HSV Seniorenselectie.

Dit plan beschrijft de huidige gang van zaken rond de selectie senioren van de voetbalvereniging HSV en bestaande plannen voor de nabije toekomst.
Aan de orde komen o.a. organisatie, taken en eisen van begeleiding, procedure aanstelling begeleiding, sportverzorging, kleding en hoe ermee om te gaan en nog vele andere zaken.
Wij proberen hiermee meer inzicht te geven in de organisatie rond onze selectie. Onze ervaring leert dat vooral spelers een geringe kennis hebben van het totale spectrum van de organisatie.

Klik HIER voor het gehele beleidsplan van HSV Seniorenselectie.

Beleidsnota HSV seleactie 2023-2024  

Bijlage 1 sportverzorging
Bijlage 2 Mental Coaching
Bijlage 3 Samenstelling selectie en afspraken binnen selectie
Bijlage 4 Functies en telefoonnummers

Zie hieronder ‘de medical corner’, de telefoonnummers van onze sportverzorgers en fysiotherapeut. Klik voor de websites op hun logo.

  • Medical Corner
  • Warming Up
  • Liesklachten
  • Knieblessures
  • Zweepslag
  • Enkelblessure
  • Achillespeesblessure

De medical corner is een plek op de website van v.v. HSV waar u de meest voorkomende voetbalblessures kunt terugvinden. Dit deel van de website is ervoor bedoeld dat u uw klachten tijdig kan herkennen, zodat u zo snel mogelijk weer uw sport kan hervatten.

Bij vragen kunt u altijd terecht bij één van de fysiotherapeuten van Fysio Heiloo. Reeds geruime tijd bestaat er een samenwerkingsverband tussen Fysio Heiloo en v.v. HSV.

Er is gedurende het seizoen o.a. een blessure-spreekuur voor alle leden van vv HSV op locatie. Tijdens het spreekuur zal een onderzoek plaatsvinden, een diagnose worden gesteld, waarop advies wordt gegeven. Indien specifieke behandeling geïndiceerd is, zal het advies gegeven worden contact op te nemen met Fysio Heiloo.

De fysiotherapeuten van Fysio Heiloo hebben veel affiniteit met sport en doen veel aan sportrevalidatie.

De warming-up is ervoor bedoeld om alle lichaamsfuncties van het rustniveau te brengen tot het niveau waarop de training of wedstrijd moet plaatsvinden.
Door een goed uitgevoerde warming-up worden niet alleen de voorwaarden gecreëerd om lichamelijke inspanning te leveren, maar worden tevens letsels aan het  bewegingsapparaat voorkomen.
De warming-up moet dan ook gezien worden als een belangrijk (en verplicht) onderdeel van de training en/of wedstrijd.

Onder andere de volgende effecten van een warming-up zijn bekend:

  • Verhogen hartfunctie
    • Verhogen longfunctie
    • Aanpassen zenuwstelsel
    • Voorbereiden van spierpeesapparaat
    • Mentale voorbereidingVerhogen hartfunctie
    De hartfrequentie van een gemiddelde sporter bedraagt in rust 50-60 slagen per
    minuut. Tijdens de training of wedstrijd kan deze oplopen tot 120 – 150
    slagen per minuut. Bij intensieve inspanning kan de hartfrequentie zelfs oplopen tot boven de 200 slagen per minuut.
    Naast het feit dat het hart sneller gaat slaan neemt ook de inhoud van de hartspier (slagvolume) toe. Hierdoor neemt de hartprestatie toe en kan het hart 6 tot 8 keer zoveel bloed verwerken. Door de toename van de hartprestatie kan worden voldaan aan de vraag van de spieren om meer zuurstof, die het gevolg is van arbeid tijdens een training of wedstrijd. Deze verbetering van de hartprestatie kost tijd, en wordt pas na enkele minuten van spierarbeid bereikt.Verhogen longfunctie
    De ventilatie en de ademhaling moeten worden voorbereid op de grotere vraag naar zuurstof. Daarvoor is een toename nodig van de ademhalingsfrequentie en een verdieping van de ademhaling.
    De ademhalingsspieren gaan meer aanspannen en de bronchiën (kleine luchtpijpvertakkingen) krijgen een grotere doorsnede.

Ook de capaciteit om zuurstof en koolzuur uit te wisselen neemt toe, doordat de longblaasjes meer gaan openstaan en de bloedcirculatie rondom de longblaasjes toeneemt.

Aanpassen zenuwstelsel
Tijdens een warming-up vinden noodzakelijke aanpassingen plaats van de hersenfuncties en in het zenuwstelsel. Hierdoor verbetert de reactiesnelheid en de coördinatie van de spieren onderling.

Voorbereiden spierpeesapparaat
Door de spierarbeid tijdens een warming-up verbeteren de mechanische eigenschappen van  spieren en pezen: de elasticiteit en rekbaarheid nemen toe. Door deze verbetering neemt de doorbloeding toe en kan het spierpeesapparaat worden voorzien van zuurstof. Tevens neemt tijdens een warming-up de temperatuur toe in het spierpeesapparaat, waardoor biologische processen versneld worden.

Mentale voorbereiding
Tijdens een warming-up speelt ook de psyche een rol, kan de sporter alvast wennen aan de (veld)omstandigheden en zich mentaal voorbereiden op een prestatie. Het kan een voordeel zijn om een sporter,die onder een grote psychische druk staat een langere warming-up te laten doen.
U ziet dat er in een warming-up nogal wat gebeurt met het lichaam van een sporter. Hieruit blijkt wel dat een warming-up een belangrijk onderdeel is van elke training en wedstrijd. De warming-up is bepalend voor de prestatie die de sporter neerzet tijdens een training of wedstrijd.

De lies is een verzamelnaam voor de regio aan de voorzijde van de heup, lopend tot aan de binnenzijde van het bovenbeen. In dit gebied bevinden zich diverse spieren, pezen, banden en andere structuren om zo een goede functie van de heup te garanderen.

Klachten aan de lies komen veelvuldig voor bij voetballers. Globaal is er een onderscheid te maken tussen acute en chronische liesklachten.

Chronische liesklachten zijn klachten die langer dan 6 weken bestaan en zonder aanwijsbare oorzaak zijn ontstaan. De klachten komen langzaam opzetten en verdwijnen vaak in rust,maar treden weer op bij toename van activiteiten,zoals bv. sprinten en springen. De liesklachten beperken de sporter in het uitvoeren van zijn of haar sport, aangezien bepaalde onderdelen van de sport niet zonder pijn gedaan kunnen worden.

De oorzaak van het bestaan van chronische liesklachten hoeft niet altijd in de lies zelf te liggen,zoals vaak wel het geval is bij acute liesklachten. Regelmatig ligt de oorzaak van de klachten bij chronische liesproblematiek in een verkeerd bewegingspatroon van de lage rug, het bekken en/of heup. Het kan zijn dat de beweging niet goed gestuurd wordt of dat er teveel of te weinig beweeglijkheid in deze regio zit. Hierdoor worden
tijdens het sporten de structuren in de liesregio op een andere manier belast dan normaal. Er komt op de spieren en pezen van de liesregio te veel belasting te staan, waardoor uiteindelijk klachten ontstaan.

Het is daarom zaak om bij deze klachten nader onderzoek te laten doen naar de lage rug, het bekken en de heup. De fysiotherapeut is wat dat betreft de specialist om de gehele bewegingsketen te onderzoeken en te beoordelen. Bij acute liesklachten zien we vaak dat er sprake is van een irritatie van de peesaanhechtingen op het bekken en/of het schaambeen.

Behandeling
Wanneer blijkt dat de klachten voortkomen uit een verkeerde sturing van de bewegingsketen, zal de fysiotherapeut voorstellen om een programma te volgen om o.a. de stabiliteit rondom het bekken te verbeteren, wat vaak bestaat uit buik- en rugspieroefeningen. Ook zal een deel zelfstandig thuis gedaan moeten worden.

Komen de klachten voort uit een verminderde beweeglijkheid in de lage rug, het bekken en/of heup, dan zal eerst de mobiliteit verbeterd moeten worden met een lokale behandeling. Hierna zal de fysiotherapie gericht zijn op het verbeteren
en onderhouden van de basiseigenschappen van de spieren: uithoudingsvermogen, lenigheid, kracht, coördinatie en snelheid.

Als deze basiseigenschappen in orde zijn, kan er weer begonnen worden met het trainen van sportspecifieke vaardigheden en/ of activiteiten. Daarbij blijft het wel van belang om de basisvaardigheden te onderhouden middels rekoefeningen en oefeningen voor de mobiliteit van de lage rug en bekken.

Als ook de afzonderlijke sportspecifieke vaardigheden getraind zijn en weer op voldoende niveau zijn, dan pas is een terugkeer op het sportveld aan de orde. Begint u te vroeg weer met sporten, dan heeft u grote kans dat de blessure in alle hevigheid terugkeert.

Meniscusletsel

Bij een meniscusletsel is er sprake van een scheur in de binnen- of buitenmeniscus. Een meniscusaandoening ontstaat meestal bij geforceerde draaibewegingen van de knie,terwijl de voet “vast” staat.

Dit letsel komt veel voor in de voetbalsport, vandaar de naam ‘voetbalknietje’.

Een meniscusscheur betreft vaker de binnenmeniscus dan de buitenmeniscus.

De pijn zit aan de zijde van de scheur en soms ook in de knieholte. De pijn is meestal de hele dag aanwezig en wordt erger bij het lopen op oneffen terrein, hurken en draaibewegingen van de knie.

 

Regelmatig kan de knie niet goed meer gestrekt en/of gebogen worden; dit noemt men ‘slotverschijnsel’ van de knie. Tevens geven mensen met een meniscusletsel instabiliteit aan ( door de knie zakken) en is er vocht aanwezig in de knie.

Als er meerdere symptomen (vocht, slotverschijnselen, instabiliteit en pijn) tegelijk aanwezig zijn, is de kans groot dat er een scheur in een meniscus aanwezig is.

In dat geval is een bezoek aan de huisarts verstandig, die u naar een specialist kan verwijzen.

Indien de meniscus geirriteerd is, kunt u de symptomen met fysiotherapie bestrijden, waarna oefentherapie en revalidatietraining zinvol is om zodoende de knie weer optimaal belastbaar te maken.

Voorste kruisbandletsel

De voorste kruisband is een stevige band in het centrum van de knie waarvan het ene uiteinde aan het bovenbeen en het andere uiteinde aan het onderbeen vastzit. De naam zegt het al, de voorste kruisband loopt niet recht naar beneden maar gekruisd. De voorste kruisband voorkomt dat het onderbeen ten opzichte van het bovenbeen naar voren verschuift. Wanneer door een voetbaltrauma een scheur in de kruisband ontstaat spreken we van een voorste kruisbandlaesie of voorste kruisbandruptuur, wat vaak instabiliteit ( door knie zakken) geeft.

Oorzaak

Een voorste kruisbandscheur is meestal het gevolg van een sportletsel. Een kapotte voorste kruisband kan bijvoorbeeld optreden, wanneer de knie naar binnen draait terwijl de voet blijft staan. In de meeste gevallen is er contact geweest met de tegenstander.  Naast beschadiging van de voorste kruisband kan tegelijk ook beschadiging van de binnenband en van de binnenmeniscus optreden,een zogenaamde “unhappy triad”.

Klachten

Door het verscheuren van de voorste kruisband ontstaat er een bloeding in de knie waardoor de knie binnen enkele uren dik en pijnlijk wordt. Op het moment dat de kruisband scheurt wordt in 80% van de gevallen door de patiënt een knap in de knie gevoeld. De knie kan niet meer goed worden gestrekt en er zijn momenten van herhaalde instabiliteit. Het komt regelmatig voor dat mensen met een voorste kruisbandscheur na een aantal weken de knie weer redelijk kunnen belasten en niet in de gaten hebben dat er iets ernstigs aan de hand is.

Behandeling

Is er sprake van een gescheurde voorste kruisband dan zal de arts in eerste instantie een afwachtende houding aannemen. Patiënten met bloed in de knie en regelmatig door de knie zakken, zullen in de meeste gevallen naar een specialist verwezen worden.

Een derde van alle patiënten met een gescheurde voorste kruisband ondervindt hiervan na de acute fase weinig tot geen hinder meer. Desondanks is het raadzaam een fysiotherapeut te raadplegen om zodoende een optimale belastbaarheid te verkrijgen en geen problemen te krijgen tijdens kniebelastende sporten en dagelijkse activiteiten.

Een ander derde deel van de patiënten met een gescheurde voorste kruisband zakt zo vaak door de knie heen dat dit ernstig de kwaliteit van het leven beïnvloedt. Tevens zal dit op termijn resulteren in schade aan het kraakbeen en/of meniscus. Deze patiënten komen in aanmerking voor een operatie, waarbij een nieuwe voorste kruisband in de knie geplaatst wordt (een reconstructie).

Het overblijvende één derde deel van de patiënten met een gescheurde voorste kruisband hebben alleen klachten bij sportactiviteiten. Een deel van deze patiënten geeft de sportactiviteiten op en hebben nagenoeg geen klachten meer. Een ander deel van deze patiënten kunnen met een kniebrace blijven sporten.

In alle gevallen is het raadzaam de huisarts te consulteren en een revalidatietraject te volgen bij uw fysiotherapeut. Tijdens de revalidatie wordt de belastbaarheid van de knie d.m.v. krachttraining en coördinatietraining dusdanig verhoogd dat u uw sport in veel gevallen kunt hervatten.

Osgood-Schlatter

Osgood-Schlatter is een verbeningsstoornis op de plaats van de aanhechting van de kniepees aan het scheenbeen  en wordt veroorzaakt door overbelasting. Deze blessure ontwikkelt zich tijdens de groei. Voortdurende trek van de kniepees aan de zich ontwikkelende tuberositas tibiae, een ‘bot-verdikking’ net onder de knieschijf, is de oorzaak . De aandoening komt het meeste voor bij jongens tussen de 10 en 15 jaar en bij meisjes tussen de 8 en 13 jaar en vaker bij jongens dan bij meisjes.

 

Symptomen

De klachten bestaan uit een warme, wat opgezette en pijnlijke bobbel onder de knie. Fietsen, traplopen, starten, stoppen, sprinten, springen, diepe kniebuigingen en het op de knieën zitten zijn meestal pijnlijk. De klachten kunnen zowel plotseling als geleidelijk ontstaan en zijn vaak wisselend aanwezig.

De blessure heeft te maken met de groei. Kraakbeen van de groeikern van de tuberositas tibiae (de knobbel net onder de knie) kan minder belasting verdragen dan bot. Zodra de groeikern dicht is en al het kraakbeen is omgezet in bot, zullen de klachten definitief verdwenen zijn. Meestal zijn de klachten echter al voor die tijd over. Gemiddeld duurt deze blessure een half jaar, waarbij sommige spelers en speelsters slechts een paar maanden last hebben, anderen wel twee jaar. In een heel enkel geval houdt een speler last na het bereiken van de volwassen leeftijd. In dat geval is er meestal sprake van losse botfragmentjes, die operatief verwijderd kunnen worden.

Wat kunt u zelf doen om deze klachten te voorkomen?

Helaas is Osgood-Schlatter niet altijd te voorkomen. Wel kan het risico verminderd worden door aandacht te besteden aan het volgende:

  • Doe een volledige warming-up vóór en een cooling-down na de training of wedstrijd van elk ca. 10-15 minuten. Rekoefeningen van de bovenbeenspieren (voorzijde) moeten echter vermeden worden.
  • Zorg voor een rustige opbouw van de trainingen, zodat het lichaam kan wennen aan de extra belasting.
  • Bouw sprint- en sprongoefeningen rustig op en daags na intensieve sprinttraining wat lichter trainen.
  • Tijdens de groeispurt niet te veel sprongoefeningen doen.
  • Zorg voor een goed passende schoen met aandacht voor goede schokdemping, zijwaartse stabiliteit, feeling met de ondergrond (grip) en een optimaal draagcomfort.
  • Laat bij standsafwijkingen van de benen of voeten (x- of o-benen, plat-, of holvoeten) eventueel goede zooltjes in uw schoenen aanmeten,maar informeer eerst even bij de huisarts of dit verstandig is.

Wat kunt u zelf doen als deze blessure toch is ontstaan?

Door minder vaak te trainen en vooral minder intensief en explosief te sporten (sprinten en springen), alsmede meer rechte lijnen te lopen, kunt u toch nog veel plezier beleven. Lukt het niet om tijdelijk een stapje terug te doen en gaat u onverminderd door, dan trakteert u uzelf op meer klachten! Sporten zonder pijnopwekkende onderdelen zijn er echter niet zoveel, dus veel alternatieven bestaan er niet, behalve rustig zwemmen misschien.

Behandeling

In principe is de ziekte ‘self-limiting’. Het beste advies is dan ook om in de eerste 2 maanden alle pijnlijke activiteiten te staken, desnoods deze periode met 1 tot 2 maanden te verlengen. Totale immobilisatie, (totaal onbeweeglijk maken van de pijnlijke knie), is alleen bij ernstige klachten nodig. Aansluitend laat men de duurtraining geleidelijk hervatten, waarbij rekening moet worden gehouden met de belasting tijdens fietsen naar school en dergelijke. Specifieke training, zoals schieten, sprinten en springen, laat men pas hervatten na isometrische spierversterking, zodra dergelijke belasting zonder pijn mogelijk is. Men kan alternatieve belasting zoals lichte looptraining, of fietsen op de hometrainer of zwemmen aanbieden.Met een gereduceerde training gedurende 3-6 maanden moet elke sporter klachtenvrij te krijgen zijn.

Naast het vermijden van teveel trekbewegingen aan de peesaanhechting, helpt een patellapeesbandje of tape enigszins. Deze kan men net onder de knieschijf aanleggen.  Ook een ijsmassage na afloop van een sportactiviteit, of bij veel klachten, kan pijnverminderend werken. Als de klachten op latere leeftijd persisteren kan men extirpatie (operatieve verwijdering) van losse fragmenten overwegen. Normaal gesproken gaat het ontstekingsbeeld geheel over.

Pijn achter de knieschijf (patello-femoraal pijnsyndroom)

Wat is het patellofemoraal pijnsyndroom??

Patella is een ander woord voor knieschijf. Femoraal betekent ‘van het bovenbeen’. De knieschijf ligt op het bovenbeen. Bij strekken en buigen van het been schuift de knieschijf over het bovenbeen heen. Soms ontstaat hierbij irritatie achter de knieschijf,waarbij pijn rondom de knieschijf gevoeld wordt. We noemen dit het patellafemoraal pijnsyndroom of ook wel ‘retro-patellaire’ klachten. Het komt met name voor bij kinderen en tieners, bij meisjes vaker dan bij jongens.

Wat zijn de klachten?

Bij dit syndroom heb je pijn achter of rondom de knieschijf. De pijn wordt erger als je lang zit met gebogen knieën, bij hurken, knielen, traplopen en fietsen (met tegenwind). De pijn wordt weer minder bij rust en bij het strekken van de knie. De knie kan stijf aanvoelen of dik zijn. Meestal zijn er klachten aan één knie, maar na verloop van tijd kunnen ook klachten ontstaan aan de andere knie.

Adviezen

  • Als je bijvoorbeeld na sporten of een fietstocht pijn of een zwelling krijgt aan de knie, dan kun je er tijdelijk wat ijs (een ice-pack) tegenaan houden om de pijn te verzachten. Wikkel het ijs in een theedoek om de huid tegen bevriezing te beschermen.
  • Als je veel pijn hebt, kan het helpen om gedurende één of twee maanden minder te sporten en bewegingen te vermijden,die de pijn uitlokken.
  • Ga op zoek naar andere sporten die minder pijn veroorzaken, bijvoorbeeld zwemmen. Forceer jezelf niet, ga niet door met sporten als je pijn hebt. Het is wel goed om voorzichtig in beweging te blijven.
  • Eventueel kunt u spierversterkende- en rekoefeningen voor de bovenbeenspieren (m.quadriceps en hamstrings) doen.

Behandeling

De meest effectieve behandeling blijkt de quadriceps- en hamstringtraining te zijn. Gerichte krachttraining van de beenstrekkers vormt de spil van de behandeling van het patellofemoraal pijnsyndroom. Isometrische quadricepsoefeningen door het gestrekte been te heffen, kunnen goed zelfstandig worden uitgevoerd en geven zelden klachten. Het betreft weliswaar ‘open-ketenoefeningen’, maar ze moeten gezien worden als waardevolle basisoefeningen. Functionele ‘gesloten-ketenoefeningen’ verdienen de voorkeur. “Squats”en “lunges” (uitvalspassen naar voren) zijn voorbeelden van gerichte oefeningen.

Een zweepslag is een spierletsel. Dit letsel kan variëren van een verrekking tot een gehele of gedeeltelijke scheur. De medische term voor zweepslag is ‘coup de fouet’. In de meeste gevallen vindt een zweepslag plaats in de kuitspier.

Hoe herkent u het?

Een zweepslag verloopt heel kenmerkend. Tijdens het bewegen (en soms ook in rust) heeft u ineens het gevoel dat er iets hards tegen uw kuit aankomt. Een bal bijvoorbeeld of, zoals de naam al aangeeft, een zweepslag. Soms gaat dit gevoel gepaard met een hoorbaar knapje. U voelt hevige, scherpe pijn en kunt niet meer op het been staan. Wandelen lukt vaak alleen wanneer u de voet naar buiten gedraaid houdt of op uw tenen loopt. Op de plek van het letsel ontstaat een zwelling en na enige dagen vaak ook een blauwe plek door een bloeduitstorting. Door het uitzakken van bloed naar beneden kan deze overigens wat lager zitten dan de plek waar u de pijn voelt.

Hoe ontstaat het?

Het is niet bekend hoe en waarom een zweepslag ontstaat. Het is wel gebleken dat het meer voorkomt bij sporten waar u regelmatig met een gestrekt been op uw tenen staat en felle bewegingen maakt. Niet of slecht opwarmen voor het sporten verhoogt de kans op een zweepslag. In koud en vochtig weer is het risico groter dan in warm en droog weer.

Wanneer naar de huisarts?

Veruit de meeste mensen met een zweepslag bezoeken vanwege de pijn en de onmogelijkheid te lopen de huisarts. De huisarts gaat na of de spier alleen verrekt, gedeeltelijk of geheel gescheurd is. In alle gevallen is het raadzaam om contact op te nemen met een fysiotherapeut.

Wat kunt u er zelf aan doen?

Om uw lichaam de kans te geven de schade zo goed mogelijk te laten herstellen, zijn er een aantal dingen die u zelf kunt doen:

  1. Rust: de eerste paar dagen kunt u het been het beste zoveel mogelijk rust geven. Vaak is het aan te raden om in deze periode krukken te gebruiken
  2. Licht drukverband: in de meeste gevallen legt de huisarts een licht drukverband aan. Het is voor u zelf het prettigst als u dit na het koelen weer bij uzelf aanlegt. Het verband hoort te beginnen bij uw tenen en te stoppen bij uw knie.
  3. Been omhoog: leg de eerste week het been zoveel mogelijk hoog. Als u zelf bijvoorbeeld op de bank of een stoel gaat zitten, kunt u uw been/voet op een krukje leggen.
  4. Voorzichtig oefenen: na ongeveer 4 a 5 dagen kunt u al wat gaan oefenen. Het is belangrijk dat u dat doet op geleide van de pijn, dat wil zeggen dat u alleen oefeningen doet waarbij u geen pijn heeft. Te snel belasten leidt vaak tot een nieuwe zweepslag.

Algemene adviezen en voorzorgsmaatregelen

Er zijn een aantal maatregelen die u kunt nemen om de kans op een zweepslag te verkleinen: goed opwarmen voor het sporten, rekoefeningen doen voor het sporten en goed kleden,zeker bij koud en vochtig weer. In deze weersomstandigheden kunt u het beste een lange (trainings)broek aantrekken als u buiten gaat sporten.

Is het ernstig en wat kunt u verwachten?

Een zweepslag is niet gevaarlijk. De schade die in de spier is aangericht, is in de regel binnen drie tot vier weken weer hersteld, mits u er op een goede manier mee omgaat. Met goede oefeningen kunt u na een week alweer voorzichtig beginnen met wandelen,waarbij u erop moet letten dat u een goed looppatroon hanteert (afwikkelen).

In de meeste gevallen kunt u na 4 tot 6 weken weer rustig beginnen met uw sport.

Wat doet een fysiotherapeut?

Een fysiotherapeut zal zich in eerste instantie richten op pijn- en zwellingsafname en het ontwikkelen van een goed looppatroon. Daarna komen het trainen van spierkracht, spierlengte en spieruithoudingsvermogen aan bod. Er kunnen dwarse massages gegeven worden om de rek van het littekenweefsel te bevorderen. Tevens zal er een huiswerkprogramma opgesteld worden met spierkracht- en rekoefeningen.

Wanneer men spreekt over enkelbandletsel,zal dat bij voetballers in de meeste gevallen ontstaan tijdens “een inversieletsel”, waarbij de buitenbanden van het enkelgewricht verrekken of evt. (in)scheuren.

Dit wordt veroorzaakt wanneer de voet bovenmatig naar buiten zwikt. Dat kan o.a. gebeuren door verstappen, per ongeluk op een andere voet gaan staan of door hard contact met een tegenstander.

Wanneer men de enkel verzwikt heeft, ontstaat er bijna direct een vochtophoping in de enkel. Dit wordt vaak gekenmerkt als een eivormige zwelling aan de buiten- (of binnenkant) van de enkel. In ongeveer de helft van de gevallen gaat de zwelling samen met een blauwe verkleuring van de huid. Nadat het letsel is opgelopen is de enkel gevoelig. De pijn wordt erger naarmate de voet naar binnen wordt bewogen. De voet belasten is vaak pijnlijk en daardoor is het looppatroon afwijkend.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Het is lastig om direct nadat het letsel is opgelopen een diagnose te stellen. Er kan vaak geen onderscheid gemaakt worden tussen een verrekking of een (af)gescheurde enkelband. Enkele dagen (4 tot 7) na het oplopen van het letsel is dat onderscheid meestal wel te maken.

Als er geen bloeduitstorting wordt gevormd aan de buitenkant, en de voet niet ‘verschoven’ kan worden ten opzichte van het onderbeen, is er sprake van een verrekking.

Wanneer er pijn wordt ervaren bij druk, de huid blauw verkleurd is en de voet ten opzichte van het onderbeen ‘verschoven’ kan worden, is er in 95% van de gevallen sprake van een gescheurde enkelband.

Een enkele keer kan er een stukje bot meescheuren ( avulsiefractuur). Het is in dat geval verstandig om via de huisarts röntgenfoto’s te laten maken..

Bij Fysio Heiloo bestaat de mogelijkheid om een echo te maken om dan zo snel mogelijk het juiste behandelproces in te kunnen zetten.

Behandeling enkelblessure

Wanneer u een enkelletsel heeft opgelopen is het goed om de enkel te koelen. Na het koelen kan er een druk- of steunverband aangelegd worden, en moet de voet omhoog worden gelegd. Dit houdt in dat de voet hoger ligt dan het been (en de romp).

Wanneer de ergste zwelling na 2 dagen verdwenen is kan uw fysiotherapeut een bandage of tape aanleggen. U kunt dan zo normaal mogelijk lopen waardoor uw enkel niet verder verzwakt en u toch uw dagelijkse activiteiten kunt uitvoeren.

Regelmatig is het in het beginstadium nodig om krukken te gebruiken om zo snel mogelijk een normaal looppatroon te verkrijgen.

Wat kan de fysiotherapeut voor u betekenen?

Zoals eerder besproken kan de fysiotherapeut in de acute fase van het herstel een tape aanleggen. Wanneer de enkel daarna erg stijf is geworden kan de fysiotherapeut de beweeglijkheid van de enkel verbeteren d.m.v. (passieve) mobilisaties.

Wanneer de enkel weer normaal belastbaar is, kan gestart worden met het aansterken van de spieren rondom de enkel. Dit kunt u doen met functionele oefentherapie. Wanneer de spierkracht en coördinatie rondom de enkel voldoende is kunt u uw sportactiviteiten weer hervatten.

Een achillespeesblessure komt bijna altijd door overbelasting en wordt in de regel onderschat.  Er zijn een aantal locaties mogelijk:
1. de aanhechting van de pees op de hiel
2. de pees zelf met het omringende weefsel
3. de slijmbeurs in de diepte aan de voorzijde van de pees

Er wordt vaak gesproken over een ‘achillespeesontsteking’; het is echter  de vraag of het wel een echte ontsteking is of meer een irritatie van de achillespees (tendinopathie).Deze blessure  komt het meest voor bij sporten waarbij veel explosieve- en sprongbewegingen gemaakt worden. Een ‘achillespeesontsteking’ ontstaat meestal niet acuut, maar de sporter heeft vaak al langere tijd last van deze klacht die in ernst toeneemt. Als je doortraint, riskeer je geleidelijke verergering en een steeds moeilijker herstel.

De pijn en ernst van de klacht is in te delen in 5 stadia:

  1. Pijn na langdurige inspanning, die na enige uren spontaan weer verdwijnt.
    2. Pijn die tijdens de warming-up opkomt, tijdens de inspanning afneemt, en na de inspanning weer terugkeert.
    3. Pijn tijdens én vlak na de inspanning en ‘s nachts. De pijn verdwijnt pas na langdurige rust.
    4. Hetzelfde als punt 3, inclusief prestatievermindering.
    5. Constante pijn die niet meer verdwijnt, ook niet na langdurige rust.Naast de bovenstaande klachten is er vaak ook sprake van een gezwollen en soms warme achillespees met rekpijn. De klacht kan zelfs ontaarden in een achillespeesscheur (of –ruptuur). Deze ontstaat door hevige trekkrachten op de pees. In sommige gevallen kan de scheur voorafgegaan zijn door ‘een peesontsteking’ waardoor de pees verzwakt is. Bij een peesruptuur ontstaat plots hevige pijn laag in de kuit of enkel, die erger of vergelijkbaar is met de pijn bij een zweepslag. Lopen lukt niet of nauwelijks meer. Meestal is een deuk voelbaar. Op de tenen staan is dan bijna onmogelijk: de hiel kan niet meer van de grond getild worden. Tijdens onderzoek kan bij knijpen in de ontspannen kuitspier geen voetbeweging meer opgewekt worden.

Oorzaak

Er zijn verschillende oorzaken aan te wijzen voor het ontstaan van een achillespeesblessure, vaak hebben die met elkaar te maken. Zoals gezegd is de achillespeesblessure een overbelastingsklacht, dus mogelijke oorzaken kunnen liggen in:

1. Een te snelle opbouw van training, bijvoorbeeld aan het begin van een seizoen of na een blessure of ziekte.
2. De achillespees heeft te weinig kracht of is verkort, waardoor de pees de (verhoogde) belasting niet meer aankan.
3. Korte kuitspieren kunnen ook een oorzaak zijn, omdat er te veel spanning op de achillespees komt te staan.
4. Verandering van ondergrond waarop men speelt of traint.
5. Slechte schoenen met te weinig steun of een verkeerde voetbelasting.


Herstel

Verminderen van de training ( vooral ontlasten van de achillespees), is een eerste vereiste voor genezing. Onder begeleiding van de fysiotherapeut kan de sporter een trainingsprogramma volgen waardoor de kuitmusculatuur wordt versterkt en de achillespees wordt ontlast. Daarbij horen ook voorzichtige rekkingsoefeningen voor de kuit en pees en uiteindelijk coördinatie oefeningen, gericht op de specifieke tak van sport. Behandeling met ijsmassage kan zeker van nut zijn. Spierverkortingen kunnen aangepakt worden met gerichte rekoefeningen. Ook kan een steunzool, hakverhoging, ontstekingsremmende medicijnen en fysiotherapie helpen. Als de klachten verdwijnen kan langzaam weer begonnen worden met het opbouwen van de training. Opnieuw optreden van pijn moet beschouwd worden als het overschrijden van de belastingsgrens.

Voorkómen van de blessure

  1. Warming-up en cooling down

Zorg voor een goede warming up van 5 à 10 minuten door bv. rustig in te lopen, gevolgd door rekoefeningen van de diepe en oppervlakkige kuitspieren. Beëindig de training altijd met een cooling-down. Deze bestaat uit enkele minuten rustig uitlopen en het uitvoeren van rekoefeningen.

  1. Rekoefening voor de oppervlakkige kuitspier (m. gastrocnemius)

Een van de belangrijkste oorzaken van een achillespeesblessure is een verkorting van de kuitspieren. Regelmatig rekken van de kuitspieren zorgt ervoor dat de achillespees geleidelijk aan op lengte gebracht wordt. Voer de volgende oefening zowel links als rechts 5-6 keer uit: zoek steun tegen een muur of een hek, met een been naar achteren. Breng langzaam het lichaam naar voren, terwijl het achterste been recht gehouden wordt, met de hak op de grond. Hou de spanning in de kuitspieren 15-20 seconden vast.

  1. Rekoefening voor de diepe kuitspier (m.soleus)

Ga op dezelfde wijze staan als bij de vorige oefening. Breng nu de knie van het achterste been naar beneden. De spanning wordt nu lager in de kuit gevoeld, ter hoogte van de achillespees. Voer de oefening zowel links als rechts 5-6 keer uit

  1. Spierversterkende oefening voor de kuitspieren

De kans op klachten van de achillespees neemt af naarmate de kuitspieren relatief goed ontwikkeld zijn. De “calf raise” is een eenvoudige maar effectieve oefening, die regelmatig uitgevoerd dient te worden. Ga vanuit een ontspannen, staande houding langzaam op je tenen staan. Blijf een aantal seconden zo staan en keer dan naar de uitgangspositie terug. De oefening kan naar wens zwaarder worden gemaakt door een gewicht te dragen en de duur en het aantal herhalingen te variëren.

  1. Kuitspiermassage

Na een zware training of wedstrijd helpt een massage om de kuitspieren te ontspannen en de spanning van de achillespees af te halen.

  1. Het juiste schoeisel

Slecht schoeisel is een belangrijke oorzaak van overbelasting van de achillespees. Essentieel is stabiliteit rond het enkelgewricht. Let er dus op dat de schoen de hiel goed omsluit en de hielbasis breed genoeg is. Ook moet de schoen een soepele zool hebben, zodat een normale afwikkeling van de voet over de bal van de voet naar de tenen plaats kan vinden.

 

Belangrijke telefoonnummers medewerkers  HSV.

FunctieNaamTelefoon
sportverzorger 1e elftalFrank ter Berg0646272128
sportverzorger 2e elftalJeannette Glorie0611014222
sportverzorger trainingJohn Conteh0630215325
revalidatietrainer / fysiotherapeutBas van Poppel0619949891
Fitness trainerJeroen Brouwer0650228603
medisch coördinatorHein Spaans0651008151 / 0725337583

Verdere belangrijke medische informatie.

 

                                                    

 

KliniekWebsiteTelefoon
Fysio Heiloowww.fysioheiloo.nl0725339355
Noordwest Ziekenhuis Groepwww.nwz.nl0725484444
Dorssportwww. dorssports.nl0725330403
Podotherapie Heiloowww.podotherapieheiloo.nl0725325555

Sponsoren