Het amateurvoetbal is vanaf dit seizoen (2017/’18) gestart met de invoering van de nieuwe wedstrijdvormen voor pupillen. Na een uitvoerig onderzoeks- en aanlooptraject spelen de onder 8, 9 en 10-pupillen vanaf dit seizoen 6 tegen 6 wedstrijden op een bijna kwart veld.
Alle informatie vind je op de KNVB website: Wedstrijdvormen jeugdvoetbal
2 tegen 2

4 tegen 4

6 tegen 6

8 tegen 8

KNVB Regel 11 Buitenspel
De officiële tekst;
Buitenspelpositie
Buitenspel zijn als zodanig is geen overtreding.
Een speler bevindt zich in buitenspelpositie indien:
- hij dichter bij de doellijn van de tegenpartij is dan de bal en de voorlaatste tegenstander.
Een speler bevindt zich niet in buitenspelpositie indien:
- hij zich op zijn eigen speelhelft bevindt
- hij gelijk staat met de voorlaatste tegenstander
- hij gelijk staat met de laatste twee tegenstanders.
Strafbaar
Een speler wordt alleen voor zijn buitenspelpositie bestraft indien hij, op het moment dat de bal wordt geraakt of
gespeeld door een medespeler, naar het oordeel van de scheidsrechter, actief bij het spel is betrokken door:
- in te grijpen in het spel
- een tegenstander in diens spel te beïnvloeden
- voordeel te trekken uit zijn buitenspelpositie
Niet strafbaar
Een speler wordt niet voor zijn buitenspelpositie bestraft indien hij de bal rechtstreeks ontvangt uit:
- een doelschop
- een inworp
- een hoekschop
Overtredingen en straffen
In het geval van een strafbare buitenspelpositie kent de scheidsrechter een indirecte vrije schop toe aan de
tegenpartij, te nemen vanaf de plaats waar de “overtreding” plaatsvond. (zie Regel 13 – Plaats van de Vrije
Schop)
Onderstaand de meest eenvoudige / klassieke buitenspelsituatie’s.



TIJDSTRAFREGELING- NIEUWE ‘GELE KAART REGEL’ (B- CATEGORIE)
In de categorie B wordt gewerkt met een tijdstrafregeling zoals hieronder aangegeven.
De scheidsrechter is verplicht deze tijdstrafregeling toe te passen.
- Tijdstraf kan niet worden opgelegd aan elftallen die uitkomen in de categorie A van het
veldvoetbal. Tot de categorie A behoren:
- mannen veldvoetbal standaard topklasse t/m de 6e klasse
- mannen veldvoetbal reserve hoofdklasse t/m de reserve 3e klasse (voor district Zuid II ligt de grens
bij de reserve 4e klasse)
- vrouwen veldvoetbal Women’s BeNe League t/m 3e klasse
- A-, B-, C-junioren eredivisie t/m de 1e klasse
- D-pupillen 1e divisie t/m hoofdklasse
- Een tijdstraf duurt 10 minuten.
Voor alle pupillen, met uitzondering van de D-pupillen categorie A (geen tijdstrafregeling), geldt een
tijdstraf van 5 minuten.
- Het opleggen van een tijdstraf heeft geen verdere gevolgen voor de betrokken speler, dat wil
zeggen dat er later geen andere straf uitgesproken kan worden.
- Het toezicht op de speler aan wie tijdstraf is opgelegd, is in handen van de scheidsrechter. Hij houdt
ook de tijd bij en noteert de naam van de speler aan wie tijdstraf is opgelegd. Als de tijdstraf om is,
mag na een teken van de scheidsrechter de speler het speelveld weer betreden.
- Een speler moet zich op het moment dat hij een tijdstraf ontvangt ophouden buiten het speelveld,
doch binnen de omrastering van het speelveld, in een door de scheidsrechter aan te geven gebied.
- De tijdstraf gaat in bij het hervatten van het spel. Als de scheidsrechter de tijd stil zet, staat ook de
tijdstraf stil.
- De tijdstraf kan slechts eenmaal per speler per wedstrijd worden opgelegd bij een waarschuwing.
Hierbij moet de scheidsrechter wel de gele kaart tonen. Krijgt een speler een tweede waarschuwing
dan volgt de rode kaart. De speler aan wie tijdstraf is opgelegd, blijft onder de rechtsbevoegdheid van
de scheidsrechter.
- Een speler, aan wie tijdstraf is opgelegd, kan gedurende zijn tijdstraf niet worden vervangen.
- Indien aan de aanvoerder van een elftal tijdstraf is opgelegd, moet zijn taak gedurende de tijdstraf
aan een andere speler worden overgedragen. Hij mag ook geen toelichting aan de scheidsrechter
vragen op de genomen beslissingen.
- Indien een wisselspeler of de trainer/coach een waarschuwing krijgt, toont de scheidsrechter direct
de rode kaart.
- Als een doelverdediger tijdstraf krijgt opgelegd, dan moet een andere speler zijn plaats als
doelverdediger innemen. De als doelverdediger optredende veldspeler zal door het aantrekken van
afwijkende kleding als doelman herkenbaar moeten zijn.
- Als een speler zijn tijdstraf van 10 minuten niet kan volmaken, omdat de rust aanbreekt, dan zal hij
het resterende gedeelte van de tijdstraf in de tweede helft dienen te ondergaan. Is de tijdstraf van een
speler nog niet om bij het einde van de wedstrijd, wordt hem de rest kwijtgescholden.
- Indien een speler zijn tijdstraf van 10 minuten niet kan volmaken omdat de wedstrijd wordt
gestaakt, dient hij het restant te ondergaan vanaf de spelhervatting. Dit betekent dat, indien de
wedstrijd alsnog uitgespeeld dient te worden op een later tijdstip, de desbetreffende speler aan
wie een tijdstraf was opgelegd niet aan het restant van de wedstrijd mag deelnemen totdat de
volledige tijdstraf is uitgezeten. Mocht deze speler niet meer aan de wedstrijd meedoen, dient een
andere speler zijn tijdstraf uit te zitten.
- Als het aantal spelers vanwege het aantal tijdstraffen onder de 7 daalt, moet de wedstrijd worden
gestaakt. Het betreffende team is dan schuldig aan het staken van de wedstrijd.
Regels visuele controle stapsgewijs in te voeren vanaf seizoen 2013 – 2014
Verplichte visuele controle veld- en zaalvoetbal
Naast de controle van de gegevens op de spelerspas met die op het wedstrijdformulier vindt er vanaf
het seizoen 2013/‟14 ook een verplichte visuele controle plaats aan de hand van de spelerspas.
Deze visuele controle wordt fasegewijs ingevoerd:
Vanaf 1 september 2013:
Verplichte visuele controle voor senioren mannen en vrouwen categorie A;
Vanaf 1 november 2013:
Verplichte visuele controle voor jeugdvoetbal jongens en meisjes categorie A;
Vanaf 1 januari 2014:
Verplichte visuele controle voor senioren mannen en vrouwen categorie B;
Vanaf 1 maart 2014:
Verplichte visuele controle voor jeugdvoetbal jongens en meisjes categorie B.
De betrokken clubs, spelers en officials ontvangen hierover nadere informatie.
(Visuele) controle van de spelerspas voorafgaand en tijdens de wedstrijd
- De aanvoerder / leider* zorgt dat hij in het bezit is/komt van de spelerspassen van het betreffende
elftal/team.
- Op een door de scheidsrechter, in overleg met beide aanvoerders, te bepalen tijdstip voor de
wedstrijd melden de aanvoerders zich met de passen bij de scheidsrechter. Bij standaardwedstrijden
het verzoek de controle vroegtijdig te laten plaatsvinden. Dit in verband met de voorbereiding
(warming-up) van de scheidsrechter.
- De leider / aanvoerder van het elftal/team overhandigt de spelerspassen van zijn elftal/team aan de
scheidsrechter.
- De scheidsrechter controleert in het bijzijn van de aanvoerders, spelers en leiders van beide
elftallen/teams de gegevens op het (digitale) wedstrijdformulier aan de hand van de spelerspassen.
- De aanvoerders/leiders tekenen vooraf het (digitale)wedstrijdformulier waarmee zij verklaren dat de
spelers in het bezit zijn van een geldige spelerspas, gerechtigd zijn deel te nemen aan de wedstrijd en
er een visuele controle heeft plaatsgevonden. Deze visuele controle wordt uitgevoerd op het veld,
direct voorafgaand aan de wedstrijd. De aanvoerder / leider is verantwoordelijk voor een goed verloop
van de controle en assisteert de scheidsrechter. De reeds aanwezige wisselspelers worden in de
visuele controle meegenomen.
- De thuisspelende vereniging biedt de scheidsrechter, door tussenkomst van de aanvoerders,
gelegenheid de spelerspassen tijdens de wedstrijd in een afgesloten plaats te kunnen opbergen.
Bijvoorbeeld in de bestuurskamer of als waardevolle zaken in
bewaring te geven. De aanvoerders regelen dit zodra de visuele controle heeft plaatsgevonden.
Bevindt het speelveld zich op grotere afstand van de bestuurskamer, dan wordt ter plaatse voor een
praktische oplossing gekozen door bijvoorbeeld de passen bij de leiders in bewaring te geven.
- Als een speler geen geldige spelerspas kan tonen, mag hij niet deelnemen aan de wedstrijd.
(Visuele) controle van de spelerspas na de wedstrijd
- De aanvoerders halen de passen na de wedstrijd weer op en overhandigen deze aan de
scheidsrechter. De (visuele) controle na afloop van de wedstrijd vindt plaats in de kleedkamer van de
scheidsrechter.
- De scheidsrechter controleert aan de hand van de spelerspassen de persoonsgegevens van de
wisselspelers in het bijzijn van de aanvoerders / leiders en voert direct een verplichte visuele controle
uit in aanwezigheid van de desbetreffende spelers.
- Ook controleert de scheidsrechter in bijzijn van aanvoerders / leiders aan de hand van de passen
de persoonsgegevens en de relatiecodes die aan het wedstrijdformulier zijn toegevoegd naar
aanleiding van voorvallen en gebeurtenissen die voor, tijdens en vlak na de wedstrijd hebben
plaatsgevonden.
- Leiders / aanvoerders paraferen vervolgens het (digitale)wedstrijdformulier, waarmee zij verklaren
aanwezig te zijn geweest bij de (visuele) controle van de spelerspassen en geen bezwaar maken
tegen de aantekeningen op het formulier. Als zij het niet eens zijn met de gang van zaken, kunnen zij
dit melden bij de KNVB.
- Door ondertekening van het (digitale)wedstrijdformulier, verklaart de scheidsrechter alle gegevens
te hebben gecontroleerd aan de hand van de passen en de visuele controle te hebben uitgevoerd.
- Vervolgens geeft de scheidsrechter de passen terug aan aanvoerders / leiders.
* Daar waar gesproken wordt van aanvoerders / leiders geldt dat in het seniorenvoetbal de
aanvoerder en in het jeugdvoetbal de leider verantwoordelijk is.